gastbijdrage Gerdien de Jong
Hier volgt een hele kleine greep uit de vele mogelijke voorbeelden van vreemde biologie.
In hoofdstuk 10.2 van J&S gaat het over indeling van organismen op basis van moleculaire gegevens. Daar worden voornamelijk de voetangels en klemmen van de methoden benadrukt. Er wordt geen voorbeeld van een geaccepteerde moleculaire indeling gegeven. Toch is conclusie 7 op blz 181:
"De moleculaire systematiek heeft zeer succesvol vele verwantschapsrelaties kunnen verklaren. De beste resultaten liggen op het terrein van micro-evolutie, dus binnen hypothetische basistypen"Dat is een heel vreemde conclusie, want de spectaculaire resultaten liggen bij de grote patronen, dus bij wat soms macro-evolutie genoemd wordt. Spectaculaire resultaten zijn de moleculaire indeling van de walvissen binnen de evenhoevigen, de indeling van de zoogdierordes , en van de insecten binnen de kreeftachtigen. Geen van deze spectaculaire resultaten worden behandeld: het gaat om indelingen bewerkt en bevestigt vanaf 1995, zodat het weglaten van deze resultaten in een boek van 2006 dat evolutiebiologie pretendeert te behandelen geen vertrouwen geeft in een onbevooroordeelde benadering.
Vreemd genoeg, zie de bovengenoemde conclusie van blz 181, wordt wel de nieuwe moleculaire indeling van het hele dierenrijk gegeven, in figuur 9.5 op blz 135. Er wordt niet bijgezegd dat dit een spectaculair resultaat van de moleculaire systematiek is.
figuur 9.5 blz 135, indeling van de bilateraal symmetrische dieren |
Schema van de moleculaire indeling van de bilateraal symmetrische dieren. De Acoela (de planaria’s) behoren niet tot een van de grote groepen. |
Dan komen er vragen naar voren. Hebben Junker en Scherer wel gezien dat dit de moleculaire indeling is? Zo ja, deed een zekere inconsistentie in de behandeling van de stof er niet toe?
Embryonale ontwikkeling
In hoofdstuk 11 van J&S gaat het over evolutie en embryonale ontwikkeling. Dit hoofdstuk is het wetenschappelijke dieptepunt van het boek. Het hoofdstuk bestaat uit creationistische hobby's zonder verwijzing naar modern evolutie-&-ontwikkeling onderzoek. De helft van dit hoofdstuk wordt besteed aan 'recapitulatie' en 'de biogenetische grondwet' - begrippen die 100 jaar verleden tijd zijn.
Embryo's van een groep komen overeen, en komen het sterkst overeen in een stadium dat phylotype genoemd wordt. Voor de vertebraten komt het phylotype-stadium overeen met het morfologische pharyngula-stadium. In het pharyngula-stadium bezitten alle embryo's van gewervelde dieren een notochord, een holle zenuwbuis aan de rugzijde van het notochord, een staart achter de anus, en een serie kieuwbogen. De embryo's van de verschillende vertebraten komen sterk overeen in bouw. Deze overeenkomst wordt altijd door creationisten ontkent, op grond van niet ter zake doende verschillen in voornamelijk vorm. De homologie in de embryo's van de gewervelde dieren gaat heel ver. In het pharyngula stadium hebben alle embryo’s van gewervelde dieren een aantal kieuwbogen; er zijn er vier tot zes zichtbaar; en bij vier zichtbare kieuwbogen werkt de interne anatomie met zes kieuwbogen.
Pharyngula menselijk embryo; T.W. Sadler, 1995. Langman's medical embryology. figuur 5.18 blz 82. A: kieuwbogen te zien; B: Dooierzak; Nutritional role only early stages. |
Middenoor
De bouw van het middenoor is heel belangrijk voor de positie van de zoogdieren binnen de vertebraten. Alleen zoogdieren hebben drie middenoorbotjes, hamer, aambeeld en stijgbeugel.. Alle andere tetrapoden hebben één middenoorbotje, overeenkomend met de stijgbeugel. Hamer en aambeeld van zoogdieren komen overeen botten bij de reptielen (etc): de hamer met het articulare van de onderkaak en het aambeeld met het quadratum in de schedel. Quadratum en articulare vormen bij reptielen het onder-bovenkaakgewricht. Het angulare, een ander onderkaakbot bij reptielen, vormt bij de zoogdieren de tympanische ring om het trommelvlies. Bij zoogdieren wordt het kaakgewricht gevormd door het dentale en het squamosum in de schedel.
Campbell & Reece, figuur 34.30 |
Het is een sluitend bewijs voor de evolutie van de zoogdieren dat de overgang van kaakgewricht naar middenoorbeentjes zowel embryonaal als in de fossielen te volgen is. Uiteraard wordt ook de overgang in de fossielen ontkend - ook iets dat al bijna 100 jaar aanvaard wordt. J&S erkent wel dat pelycosauriers, therapsiden en vroege zoogdieren in de tijd een serie vormen die steeds zoogdier-achtiger wordt. J&S geeft ook toe dat het primaire kaakgewricht kleiner wordt en vervangen door een secundair kaakgewricht. Desondanks beweert J&S dat er geen fossiele bewijzen bestaan voor de omzettng van de oorspronkelijke botten van boven- en onderkaak in de botten van het middenoor. Het eigenlijke probleem is: wat zou voor creationisten ooit als bewijs gelden? Ook Yanoconodon en Maotherium [4] niet?
biogeografie
Er is een klein hoofdstuk over biogeografie. Daarbij noemt J&S wel platentektoniek en continentverschuiving, maar laat na te vertellen hoe die continenten dan bij elkaar zaten en hoe schoven. Pangaea, Gondwana en Laurasia worden niet genoemd. De voorbeelden blijven beperkt tot buideldieren en Madagascar. Omdat Pangaea en Gondwana niet genoemd worden, klinkt de oorsprong van de buideldieren in Noord-Amerika, verspreiding over een landverbinding via Antarctica naar Australie redelijk vreemd. Bovendien kan bij ontbreken van Gondwana verspreiding van tropische genera over twee of meer plantengeografische regio's tegen evolutie uitgespeeld worden.
Ach: een goede weergave van evolutiebiologie viel niet te verwachten.
(deel 1 werd gisteren 14 december gepubliceerd)
Noten
- http://evolutiebiologie.blogspot.com/2010/10/het-raadsel-van-de-rode-panda.html http://evolutiebiologie.blogspot.com/2009/12/noord-en-zuid-oost-en-west.html http://evolutiebiologie.blogspot.com/2009/12/vleermuizen-en-walvissen.html
- F. Raible et al 2005 Vertebrate-type intron-rich genes in the marine annelid Platynereis dumerilii. Science 310: 1325-1326
- Takechi M, Kuratani S, 2010. History of Studies on Mammalian Middle Ear Evolution: A Comparative Morphological and Developmental Biology Perspective. Journal of Experimental Zoology. par B. Molecular and Developmental Evolution 314B: 417-433
- Z-X Luo P.Chen, G. Li & M. Chen, 2007. A new eutriconodont mammal and evolutionary development in early mammals. Nature 446: 288-293. Ji Q, Luo ZX, Zhang XL, et al, 2009. Evolutionary Development of the Middle Ear in Mesozoic Therian Mammals. Science 326: 278-281
0 comments:
Post a Comment