Monday, December 12, 2011

Het leeftijd effect van de moeder op de frequentie van chromosomale afwijkingen van het embryo

Op 9 november blogde ik over 'onbetrouwbare' embryo's. Dit suggereert dat het embryo zelf de bron is van fouten in het aantal chromosomen. Maar dat is niet eerlijk ten opzichte van embryo's! Het is niet het complete verhaal. Gedeeltelijk ligt de oorzaak bij de moeder. Het zijn vooral oudere moeders die chromosomaal afwijkende embryo's produceren:

De grafiek laat zien dat het percentage zwangerschappen met trisomie's (een chromsoom is in drievoud aanwezig) sterk toeneemt met de leeftijd van de moeder. Het bekendste voorbeeld is Down syndroom (trisomie-21), maar het verschijnsel geldt ook voor andere trisomie's zoals tri-18 en tri-13. Trisomie is een vorm van aneuploïdie: een afwijking in het aantal chromosomen. Normaal is 46 chromosomen. Trisomie's hebben 47 chromosomen. Trisomie-18 en trisomie-13 zijn veel ernstiger afwijkingen dan triosmie-21 en komen minder frequent voor. Wat verder opvalt is dat de leeftijd van 16 - 17 jaar de kleinste kans geeft op chromosomale trisomie's!

Demografisch effect
Er is nog een ander effect dat los staat van het leeftijds effect. Omdat vrouwen sinds de zestiger jaren op steeds latere leeftijd kinderen krijgen (zie grafiek),


stijgt ook het aantal trisomie's dat geboren wordt. De grafiek laat de opwaartse verschuiving in leeftijd van de moeder zien vanaf 1965 tot 1999. Ongeveer de helft van de vrouwen krijgt nu kinderen na plm. hun 32-ste. Dit is een demografisch verschijnsel. Dit demografisch gegeven versterkt dus het biologische verschijnsel van het leeftijdseffect. Bovendien daalt na haar dertigste het aantal en kwaliteit van eicellen van de vrouw. Geen wonder dat vruchtbaarheid afneemt en veel embryos het niet halen:
"the frequency of chromosome abnormalities at conception can be expected to rise rapidly with increasing maternal age, such that the majority of embryos are chromosomally abnormal in women approaching 40 years old."
"the probability of early pregnancy loss is already ~50% for a 20-year-old woman and increases to 96% by age 40 years. It is highly probable that chromosomal aneuploidies are the major cause of this pregnancy loss."
"the increased incidence of trisomy 21 and spontaneous abortions in older women are 'tip of the iceberg' manifestations of the age-dependent loss of female fertility caused by increasing rates of aneuploidy in oocytes" (1).
Het schokkende feit dat de embryo's van vrouwen tegen de 40 bijna allemaal chromosomaal afwijkend zijn is evolutionair wel te verklaren. Selectie kan alleen optreden wanneer een bepaalde gebeurtenis vaak genoeg optreedt. Wanneer vrouwen vroeger op jonge leeftijd (zeg tussen 15 - 30 jaar) kinderen kregen, treedt selectie op oudere leeftijd (30 - 40 jaar) simpelweg niet op. En daardoor gaat het relatief vaak fout met zwangerschappen op oudere leeftijd.

Meerdere processen
Er lopen meerdere processen door elkaar heen:

1) méér afwijkende embryos bij oudere moeders
2) vrouwen krijgen op latere leeftijd kinderen
3) vrouwen van 36 jaar en ouder krijgen prenatale diagnostiek aangeboden
4) deelname aan prenatale diagnostiek is variabel en minder dan 100%

Het eerste proces is een biologisch proces dat (vermoedelijk) altijd al heeft bestaan. Het tweede proces is een sociologisch-demografisch-economisch verschijnsel van plm. de laatste 50 jaar.  Het derde verschijnsel is een politieke beslissing. Het netto effect van prenatale diagnostiek hangt af van het percentage vrouwen dat daadwerkelijk gebruikt maakt van prenatale diagnostiek (verschijnsel 4). Dat varieert van land tot land en zelfs binnen een land (religie!). Het demografisch proces speelt zich af over de laatste 2 generaties. Gedurende die evolutionair gezien korte tijd kunnen genetische oorzaken geen rol spelen, omdat natuurlijke selectie niet zo snel gaat. Het komt voornamelijk doordat vrouwen beslissen om op latere leeftijd kinderen te krijgen.

Wanneer blijkt dat oudere vrouwen moeilijk kinderen kunnen krijgen (dus verlaagde vruchtbaarheid) dan gaan ze vaak over tot in vritro fertilisatie (ivf). Het is dan ook niet verbazingwekkend dat men bij ivf en PGS (Prenatale Genetische Screening)  'onbetrouwbare' embryo's aantreft! (zie een vorig blog over PGS).

Omgevingsfactoren
Voor de volledigheid: omgevings factoren zoals alcohol, roken, cocaïne, koffie en obesitas verhogen het risico op embryo verlies (miskraam).

Veelheid van processen en effecten
Biologisch gezien zou het beter zijn dat vrouwen kinderen krijgen vóór hun dertigste (en natuurlijk afzien van bovengenoemde omgevings invloeden!). Voglens de bovenste grafiek is 16 - 17 jaar zelfs de beste leeftijd! Vanwege o.a. hun carrière stellen vrouwen zwangerschappen uit. Begrijpelijk. Bovendien: waarom zou je op je 25e kinderen nemen als je een levensverwachting hebt van 81 jaar? Maar als je het toch doet op latere leeftijd is prenataal genetisch onderzoek een uitkomst.
Het demografisch effect op het aantal trisomie's en vruchtbaarheid is in principe terug te draaien door op jongere leeftijd kinderen te krijgen. Maar het feit blijft bestaan dat zelfs jonge vrouwen al op hun 20e de helft van de embryos verliezen (zie Engelse citaat hierboven). Schokkend, maar waar. We hebben hier met een fundamentele eigenschap van de menselijke soort te maken.

Hamilton-effect
Ik ben in dit blog niet ingegaan op het 'Hamilton-effect': het accumuleren van mutaties in de loop van de menselijke evolutie van de laatste eeuwen (zie mijn blog William Hamilton over de toekomst van het menselijk genoom). Verandering van leeftijden van moeders sluit niet uit dat op evolutionaire tijdschaal mutatie's accumuleren en de vruchtbaarheid daalt. Dit lange termijn effect is dan als 5e factor te beschouwen.

We hebben dus de volgende processen die gelijkertijd aan het werk zijn: maanden (leeftijd embryo), jaren (leeftijd-effect moeder), decennia (demografisch effect), eeuwen ('Hamilton effect') en duizenden tot miljoenen jaren (evolutionair effect).

Genoeg effecten voor deze keer!


Bron
  1. Egbert R. te Velde, Peter L. Pearson (2002) The variability of female reproductive ageing, Hum. Reprod. Update (2002) 8 (2): 141-154. (gratis pdf)


0 comments:

Post a Comment