Monday, October 29, 2012

Paul Cliteur en Will Kymlicka gastsprekers op congres 10 jarig bestaan Partij voor de Dieren

De filosofen Paul Cliteur en Will Kymlicka waren gastsprekers op het congres van de Partij voor de Dieren dat gisteren in Apeldoorn werd gehouden ter gelegendheid van het 10 jarig bestaan van de partij.

Will Kymlicka is een Canadees filosoof bekend van zijn recente boek Zoopolis A Political Theory of Animal Rights (NB: dit boek staat nog niet in Ned en Eng wikipedia) en is nog niet in Ned vertaald.
Kymlicka begon zijn verhaal met de constatering dat 40 jaar geleden de intrinsiek morele waarde van dieren werd vastgesteld door filosofen Peter Singer en Tom Regan, en dat er sindsdien slechts kleine verfijningen aan hun filosofie zijn toegevoegd. Hij wil met zijn Zoopolis daar iets nieuws aan toe voegen. Kymlicka vertrekt vanuit de intrinsiek morele waarde van dieren en daarom heeft de mens niet het recht dieren te schaden. Naast de intrinsiek morele status hebben dieren ook een politieke status: een soort Nederlands staatsburgerschap met bijbehorende rechten. Ik geef dit weer in eigen woorden. Het boek was op het congres te koop maar snel uitverkocht zodat ik het nog niet in mijn bezit heb. Om dit thema uit te werken maakt hij onderscheid tussen 3 groepen dieren: 
1) gedomesticeerde dieren ('landbouwdieren', 'huisdieren') die er 'ten behoeve van de mens zijn' (vergelijk: slaven). Maar als leden van de Nederlandse samenleving hebben ze recht op passende bescherming. Maar iedere burger heeft behalve rechten ook plichten, dus die dieren mogen ook wel een passende bijdrage aan de samenleving leveren, zolang het maar niet tegennatuurlijk is. Schapen scheren mag, maar 'circusdieren' en (waarschijnlijk) 'dierentuindieren' mogen niet.
2) Als tweede categorie heb je de 'wilde dieren' die zelfstandig leven en niet afhankelijk zijn van menselijke verzorging. Deze dieren hebben te lijden van jacht, vangst en degradatie van hun milieu. Zij hebben recht op hun eigen leefwereld.
3) Als derde categorie heb je dieren die zich gevestigd hebben in het menselijk leefgebied: dorpen, steden (urban wildlife): eekhoorns, tuinvogels, muizen en ratten en tegenwoordig ook roofvogels die op tuinvogels jagen. Ze leven temidden van ons, maar hebben niet dezelfde rechten als gedomesticeerde dieren. We hebben niet de morele plicht om mussen en spreeuwen te redden uit de klauwen van de sperwer. 
Als dit vreemd over komt, denk bijvoorbeeld aan de status van politieke vluchtingen en uitgeprocedeerde asielzoekers: ze hebben wel mensenrechten, maar geen recht om in Nederland te wonen. Er zijn dus verschillende categorieën mensen met verschillende rechten. Zo is het ook met dieren. Antwoord op vraag uit de zaal: there is no possible moral argument for eating animals. Met andere woorden: Will Kymlicka is vegetariër.

Paul Cliteur is in Nederland o.a. bekend door zijn boek Moreel Esperanto. Het boek In gesprek met Paul Cliteur van Dirk Verhofstadt was te koop in de pauze en daar heb ik wel een exemplaar van kunnen bemachtigen. Het is een dikke paperback geworden, maar dat komt mede door de bijna 600 nuttige noten die het boek uittilt boven een standaard interview. Een interview als boek uitgegeven is sowieso een bijzonderheid. Het gaat overigens slechts terzijde over dieren, de hoofdzaak is religie, atheïsme en secularisme.
Paul Cliteur ging kort in op het wetsvoorstel om onverdoofd (onbedwelmd) ritueel slachten te verbieden: 116 tegen 30 stemmen in de Tweede Kamer aangenomen en vervolgens in de Eerste Kamer verworpen. Om redenen die mij niet duidelijk zijn geworden. Cliteur stelde vragen bij de legitimiteit van de Eerste Kamer: hoe kunnen zij een wet tegenhouden die met ruime meerderheid van stemmen, dus democratisch, is aangenomen? De jongere generatie is veel diervriendelijker, dan zijn collegas, en de Eerste Kamer bestaat uit mensen met een nog hogere leeftijd (we moeten wachten tot ze uitgestorven zijn?). Cliteur kan de zaken zo puntig en humoristisch zeggen zonder plat te worden: er zijn dus mensen die niet zeggen: ìk wil lijden voor mijn godsdienst, ìk hak onverdoofd ritueel mijn eigen been af. Nee, ze zeggen: ik laat dieren lijden voor mijn godsdienstige opvatting. Inderdaad, zo beschouwd een niet te vatten opvatting. 
Dit roept de vraag op bij Cliteur: is ritueel slachten wel een godsdienstig ritueel? Daarover zijn de meningen onder de deskundigen verdeeld. Het staat niet in de Torah. En je hoeft ook geen vlees te eten. Wát is eigenlijk godsdienstig? Nou, dat verandert nogal in de loop der eeuwen. Vroeger was heksenverbranding echt onderdeel van religie. Tenslotte nog zo'n puntige eye-opener van Cliteur: het dier is zelf niet religieus, moet het dan lijden onder de religie van zijn baas?

0 comments:

Post a Comment